Ssese island

23 februari 2017 - Entebbe, Oeganda

Robinson Crusoe,

Had gisteren eigenlijk even genoeg van Kampala;  de backpackerslodge Red Chilli net aan de buitenrand van Kampala, was wel even lekker met een zwembad, maar ook heel groot en druk met grote groepen. Was gaan googlen, waar ik voor de laatste dagen nog een byzonder, niet al te giga duur plekje kon vinden om nog even op mezelf te kunnen zijn. Had geprobeerd nog contact te krijgen met Nederlands stel dat in een plaatsje richting Jinja in een tehuis voor 2 jaar nu aan het werk is en ook met een Nederlandse (getrouwd met een Ugandees), die ik had gevonden via googlen en een disabled tehuis runt in Jinja, maar beiden kreeg ik niet te pakken en bovendien bleken slaapplekken die kant op ook gigaduur. Dus dacht; dan maar gewoon later contact via email en maar gewoon even weg uit Kampala, wat me echt ging benauwen (nooit een echt stadsmens geweest).

Vanochtend de knoop doorgehakt om naar de Ssese eilanden te gaan, daar was een resort met cabana’s of safarie tent, gebeld en met taxi naar het huis van de eigenaar, Devon, van dat eiland (tenminste hij heeft het voor 100 jaar geleased). Na behoorlijk zoeken met taxi-driver Mike, want op een boda/boda en andere tassen door Kampala is geen optie, vonden we zijn huis, kreeg koffie (altijd goed begin!) en gezellig zitten kletsen. Aanbetaling gedaan en plan gemaakt: Mike zou me naar de boten brengen, had met hem overlegd, dat ik de grote koffer bij hem kon achterlaten, want dat is niet handig mee in verschillende boten (later was ik daar heel  blij mee, dat ik die niet mee hoefde te sjouwen) en hij zou me vrijdag weer oppikken bij de dock en naar mijn laatste overnachting (nou ja ½ nachtje in Entebbe brengen). Toen begon het pas echt; ik werd met mijn kleinere tas en koffertje in de armen genomen en gedragen naar een vissersboot: stel je voor: soort vluchtelingenboot langwerpig van hout, maar dan niet zo overvol, wel met allerlei goederen voor de eilanden. Ruim 3 uur op houten balk gezeten, Victoria Lake is namelijk echt heel groot, de oversteek naar Engeland is daar niets bij. Boven ons een eenvoudig rieten dakje, wel een moter voor aandrijving en aan het dakje een paar reddingsvesten. Iedereen (echt wat ruigere vissersdorpelingen) zat behoorlijk om me heen te guiten in het Ugandees over die “Mzungu” blanke en eerlijk gezegt; dacht ik ongeveer halverwege de vaart: “shit, waar heb ik mezelf nu weer in begeven, ze kunnen me wel overal afzetten, wel weer erg impulsief net als vroeger in een avontuur gestapt-niet echt Nederlands, want mijn verzekering dekt dit vast niet”. Maar moest ook wel weer lachen bij mezelf: zo maak je tenminste nog iets mee.

Kwamen uiteindelijk bij een grote eilandenpartij aan en daarna werd ik na wel wat wachten ook netjes op een nog kleiner houten moterbootje gefrommeld met nog wat mensen om naar de overkant te gaan, waar Banda Island-waar ik moest zijn-lag. Ik dacht er is vast maar 1 zo’n plek, dus toen ze vroegen of ik naar “Andrews place” moest, dacht ik; dat klinkt aardig engels dus zal wel goed zijn. We kwamen aan in een groot dorp met eenvoudige hutjes (geen safaritent...of cabin) na meelopen met iemand (toen was ik dus blij dat ik die grote zware koffer niet bij me had) tussen hutjes, koeien en kippen door, kwam iemand van Edwards place ons tegemoet, bleken we dus aan de andere kant van het eiland te moeten zijn bij Dominiques place-die naam hadden ze nog niet genoemd, anders had ik het wel geweten. Afijn terug tussen alle vee en hutjes door naar het strand, waar opnieuw een nog kleiner moterbootje voor me werd geregeld, die helemaal rond het eiland vaarde om me uiteindelijk netjes bij Brenda, degene die het hier een beetje runt, af te zetten. Zit nu na een heerlijke maaltijd in een grote safari tent met dubbelbed, stoelen/tafeltjes, luifel op het lake gericht, hangmat naast de tent. De golven klinken als de zee en zingende sprinkhanen. Vanavond wilde ook nog een ratje naar binnen, maar die heb ik er resoluut weer uitgezet. Verder geen luxe, wc en douche apart stukje lopen. Veel muggen, dus zit nu in de tent, vleermuizen en wie weet wat nog meer, maar wat een gave plek!!!

De nacht.

Dat dacht ik toen dus nog: wat een gave plek! Het begon te regenen, ook dat kan nog... goed voor het droge land...naar bed gegaan, zie een aardig grote spin in de hoek van de tent, had al een bezoekend ratje mijn tent uitgestuurd, hmm. wordt daar niet heel blij van, maar de spin is zo snel, dat ik maar niet besluit om een poging te doen om hem te vangen en probeer mezelf voor te houden dat hij banger voor mij is en uit mijn buurt zal blijven. Het lukt, ik val in slaap, door het geluid van het ruisen van de golven voor mijn tent, krekels en de regen op het dak. Totdat ik midden in de nacht wakker schrik; de wanden van de tent bonken door de storm tegen mijn bed, met mijn kleine zaklampje kijk ik of het dak het wel uit gaat houden, daar lijkt het wel op gelukkig, maar iets verder rondkijkend, zie ik dat de meeste ramen, niet waterdicht zijn een tafel met mijn boeken omgevallen is en de vloer behoorlijk vol staat met grote plassen water. Gelukkig had ik mijn kleine koffer en laptop en rugtas op een veiliger tafeltje gezet en loop al plensend door het water om alles maar op mijn bed te zetten voor de zekerheid, val gelukkig toch weer in slaap. De volgende ochtend alles maar buiten gezet en een jongen Chimmy, van het resort, klinkt trouwens groter als het gelukkig is, komt helpen om mijn hele tent uit te soppen. Na de eerste zonnestralen droogt alles al aardig op, zelfs mijn Uganda boekje/gids, die nu diploma  A heeft, komt er nog aardig vanaf.

Ik had bedacht om over het eiland (wat nog best heel groot is, denk terschelling) toch lekker naar het dorp te lopen, de kant van Andrew’s place. Hij was eerst vrienden met de lodge eigenaar, maar nu hebben ze dus helemaal geen echt goed contact meer, hij heeft daar zijn eigen community project met vrijwilligers en schooltjes opbouwen, water en zonne-energie etc., was dus reuze benieuwd en ging op pad met de laatste zak balonnetjes voor de kleintjes daar. Helaas, ben nog niet helemaal “de held” er liep 1 klein paadje en al gauw waren er heel veel overhangende bomen met vooral giga grote spinnewebben met vooral dezelfde maat lelijk terugkijkende spinnen. Omdat ik niet wist of deze gevaarlijk konden zijn heb ik mijn poging maar opgegeven en aan Chimmy gevraagd of hij als hij naar het dorp ging mijn balonnetjes wilde uitdelen.  Ook dat plan liep dus dood, daarnaast was er ook geen internet, zoals Devon gezegd had, alleen voor een Iphone met kaartje en die had ik dus niet. Toen besloten om toch een dag eerder naar Entebbe te gaan, zodat ik daar nog wat op internet kon en ook nog even ontspannen naar het stadje kan lopen.

Daar zit ik nu en wat eigenlijk nog veel leuker was, dat ik op mijn terugboot juist dé Andrew tegenkwam; leuke spontane man, vertelde hem dat ik hem bíjna bezocht had en toen begon hij te vertellen en als ik terugga naar Uganda vooral bij hen langs moest komen, kreeg ook kaartje om later contact met hem op te nemen. Vreemd hoe dingen hier zo lopen, wat je niet van te voren kan plannen. Ga zo lekker even het stadje in, ondanks de storm was het slapen en verblijf in en bij de safaritent echt heel mooi, zie foto’s.

lieve groetjes, Joke.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

1 Reactie

  1. Loes:
    23 februari 2017
    Ha Joke, wat een avontuur zeg, gelukkig alles goed afgelopen !
    Vandaag wat foto's aan Jan laten zien, hij vond het prachtig. Hij bedacht dat je zo onderhand je koffers al wel aan het pakken moest zijn want de tijd begint te dringen! Goeie reis hoor, tot gauw!